'Bod' op prestatieafspraken
Soms legt een corporatie zelf een bod op tafel. Dat houdt in dat ze haar activiteitenoverzicht presenteert en aangeeft wat ze in de gemeente wil ondernemen. Soms brengt ze dat bod samen met de huurdersorganisatie uit. Formeel dient het bod overigens ook eerst te worden besproken met de huurdersorganisatie, op grond van de Overleg wet huurders-verhuurders. In diverse plaatsen brengen de corporaties gezamenlijk een bod uit, in Deventer gaat dat getrapt: eerst bespreking met eigen huurdersorganisatie, dan bundeling, en dan uitbrengen gezamenlijk bod corporaties aan gemeente (Rentree). Er zijn ook gemeenten waar het bod in werkgroepen door corporatie, huurders en gemeente samen wordt voorbereid (Servatius/Maastricht).
Overigens wordt de bekende kritiek op de term ‘bod’ in een van de visitatierapporten genoemd in het position paper van een corporatiedirecteur, en door hem geassocieerd met een opdrachtgeversrol van de gemeente die niet gewenst is (‘u vraagt, wij draaien’).
Participatief proces prestatieafspraken
met een begeleidingscommissie, thematische werkgroepen of klankbordbijeenkomsten (De Woningstichting Wageningen, Sité, SSH), of wordt een tweedaagse georganiseerd waarbij gemeente, corporaties en huurdersorganisaties met elkaar aan het werk gaan (Woonbedrijf/Eindhoven).
Overigens wordt zo’n intensief traject verschillend gewaardeerd: waar de visitatiecommissie de loftrompet steekt over het participatieve traject in Wageningen, geven gemeente en huurders aan het wel erg tijdrovend te vinden en de effectiviteit ervan te betwijfelen.
Ondanks het proces geeft de gemeente Wageningen bovendien aan het vervelend te vinden dat gemeenten en huurders het ‘bod’ sámen uitbrengen, dat geeft de gemeente het gevoel van twee tegen één, het naar haar gevoel geen recht aan gelijkwaardige verhoudingen.
Visitatie als bron: nadere analyse
Het voorbereidend of maakproces rond de prestatieafspraken
De gemeentelijke woonvisie is doorgaans het inhoudelijk vertrekpunt voor het maken van prestatieafspraken. In een aantal gevallen was die woonvisie in de gevisiteerde periode afwezig, verouderd of nog niet gereed. Soms lopen daardoor oudere prestatieafspraken door, worden verlengd, soms belemmert het ook het maken van prestatieafspraken zoals bij GoedeStede uit Almere. Prestatieafspraken laten zich dan ‘terugkijkend, kenmerken als een zoektocht om grip te krijgen op de grote opgaves’ in de stad (Ons Doel, Leiden).
Het proces van prestatieafspraken begint (ook formeel) met het doen van een ‘bod’ door de corporatie. Dat gebeurt op verschillende manieren.
De voorbereiding van de prestatieafspraken zelf gebeurt op zeer uiteenlopende manieren. Soms wordt het bod ‘zonder veel inhoudelijke discussie tot prestatieafspraken verheven’. In andere gemeenten vindt een intensief en participatief proces plaats. Overigens wordt zo’n intensief traject verschillend gewaardeerd: waar de visitatiecommissie de loftrompet steekt over het participatieve traject in Wageningen, geven gemeente en huurders aan het wel erg tijdrovend te vinden en de effectiviteit ervan te betwijfelen.
In diverse rapporten wordt gewezen op de waarde van onderzoek, in het bijzonder gezamenlijk onderzoek. Dergelijk onderzoek vindt vaak plaats ter voorbereiding en onderbouwing van de woonvisie, maar soms ook voor prestatieafspraken: ‘zo is er eensgezindheid over de basis’ (Domesta, Woonborg). Ook waar het proces stroef loopt en verhoudingen slecht zijn, blijkt een gezamenlijk onderzoek soms heilzaam. En waar een corporatie soms gefrustreerd is dat de gemeente de visie van de corporatie niet deelt, constateert de visitatiecommissie dat het wellicht ontbreekt aan deugdelijke onderbouwing en een inhoudelijke aanvliegroute waarin huurders en gemeenten worden meegenomen (Dudok).
Soms zijn lokale verhoudingen - tussen gemeente en corporatie, tussen corporatie en huurders - lange tijd niet goed geweest. Er ligt dan een ‘last van het verleden’ die belemmerend kan zijn voor samenwerking en voor de totstandkoming en kwaliteit van afspraken. Ook als de verhoudingen niet dramatisch slecht zijn maar al jaren wat lauw en weinig ambitieus, staat dat goede prestatieafspraken in de weg. Verder kan het niet nakomen van afspraken door één van de partijen frustrerend werken en de relaties doen verslechteren; het is slecht voor het onderlinge vertrouwen.
Daartegenover staat het belang van een positieve grondhouding, die in enkele visitatierapporten vooral in verband wordt gebracht met de corporatie, maar ook voor de gemeente en huurdersorganisatie zal gelden. Als de corporatie in woord en gedrag consequent uitstraalt dat ze ‘op alle terreinen duidelijk het gesprek aan wil gaan over de wijze waarop de opgave het best kan worden ingevuld’ en wil samenwerken om een gemeenschappelijk belang te realiseren, lokt dat bereidheid en welwillendheid bij de andere partijen uit zoals te zien is in de visitatierapporten van Domesta en Volkshuisvesting Arnhem
Constructief in overleg over discussiepunten
Een belangrijke, maar in de praktijk niet altijd gemakkelijke conditie voor goede samenwerking is dat partijen ook constructief kunnen spreken over punten waarover zij het niet met elkaar eens zijn. En die zijn er op het gebied van wonen volop, omdat niet alles kan, er voortdurend afwegingen en keuzes moeten worden gemaakt en er ook financiële belangen in het spel zijn. In de woorden van de bestuurders van Domesta: ‘De Woningwet en de daaruit volgende opgave om gezamenlijk prestatieafspraken te maken was een mooie relatietest.’ Soms gaat het dan mis, soms blijft het wantrouwen sluimeren en worden prestatieafspraken om die reden heel uitgebreid en gedetailleerd, maar in het ideale geval blijven partijen in gesprek en durven ze pijnpunten te benoemen en bespreekbaar te houden. Zoals een gemeente dat omschrijft: ‘de zogenoemde valse noten kunnen gelukkig ook besproken worden’ (Domesta, Woonbron).