De lokale driehoek wonen

Analyse Platform 31

Het meest informatief voor ons onderzoek is de analyse van Platform31 van de lokale samenwerking uit november 2018, gebaseerd op de situatie in tien gemeenten. De onderzoekers constateren acht veranderingen in de lokale samenwerking tussen gemeenten, corporaties en huurdersorganisaties:

1. Traditie van samenwerken krachtiger voortgezet

De traditie van samenwerkingen tussen gemeente en corporaties (een ‘één-tweetje’) is verbreed met de huurdersorganisaties en verloopt meer gestructureerd, intensiever en met minder vrijblijvende afspraken.

2. De woonvisie is steeds meer een sturingsinstrument

Gemeenten scherpen woonvisies aan zodat ze - via het bod van de corporaties - bepalend kunnen zijn voor de inhoud van de prestatieafspraken. Dat geldt vooral voor grote gemeenten.

3. Prestatieafspraken zijn een intensief leerproces

Afspraken worden ieder jaar concreter, er ontstaat meer routine in de samenwerking, de meeste partijen kiezen ervoor om het proces minder arbeidsintensief te maken door bijvoorbeeld één keer in de vier jaar meerjarenafspraken te maken met jaarlijks een update.

4. Gemeenten krijgen meer invloed

Gemeenten zijn zich meer bewust van hun verantwoordelijkheid voor de volkshuisvesting, pakken de regierol door te sturen op basis van hun woonvisie, faciliteren het overlegproces, zorgen voor regionale afstemming en zijn meestal penvoerder van de prestatieafspraken. Het beoordelen van het bod (vergt financiële kennis) vinden gemeenten lastig, vooral de kleine.

5. Woningcorporaties in een uitvoerende rol

Op papier is de rol van corporaties ingeperkt. Maar in de praktijk bepalen woningcorporaties - als volkshuisvestelijke experts met ook kennis van financiën - vaak nog grotendeels de inhoud van de afspraken. Naarmate gemeenten en huurdersorganisaties beter in staat zijn het bod te interpreteren en prestatieafspraken SMART te formuleren, wordt de autonomie van woningcorporaties kleiner. Corporaties verwachten van gemeenten meer wederkerigheid in de prestatieafspraken

6. Huurdersorganisaties groeien in hun rol

Ze zijn steeds meer vertrouwd met de onderwerpen, nemen deel aan het lokale overleg, vervullen vooral een kritische rol en houden corporaties en gemeenten bij de les. Soms zorgen ze voor vertraging, omdat veel thema’s nieuw voor hen zijn. De helft wordt bijgestaan door een adviseur. Qua informatie, kennis, middelen en menskracht blijven ze (als vrijwilligers) op achterstand bij gemeenten en corporaties.

7. Vorming woningmarktregio’s heeft weinig lokaal effect

Door de vorming van woningmarktregio’s trokken grote woningcorporaties met verspreid bezit over het land terug uit gemeenten die niet in hun kernwerkgebied liggen. Verder weinig effect.

8. Meer regionale afstemming

Er bestaat steeds meer behoefte aan regionale samenwerking, vooral rond omvang en verdeling van de sociale woningvoorraad, de woningbouwopgave, de huisvesting van bijzondere doelgroepen en woonruimteverdeling.