De lokale driehoek wonen

Wat weten we over het feitelijke functioneren van de lokale driehoek?

Er is opvallend weinig recente literatuur over de samenwerking tussen gemeenten, corporaties en huurdersorganisaties en de rol van woonvisie en prestatieafspraken daarbinnen. Wetenschappelijke publicaties hierover ontbreken nagenoeg geheel, we zijn aangewezen op enkele rapportages van onderzoeksbureaus en kenniscentra, het ministerie, de externe toezichthouder (Aw) en koepelorganisaties. En dan nog geldt dat veel van die documenten meer het karakter van een handreiking (prescriptief) hebben dan een beschrijving van de lokale praktijk. Bij adviesbureaus die lokale partijen ondersteunen bij het maken van woonvisie of prestatieafspraken bestaat een schat aan ervaring, maar er nauwelijks enige reflectie op de lokale praktijk in de vorm van publicaties buíten het directe product voor een lokale opdrachtgever. Niettemin kunnen enkele van deze rapporten een eerste inventarisatie van problemen, belemmeringen en succesfactoren bieden.

Jaarlijkse landelijke inventarisatie prestatieafspraken

Jaarlijks laat het ministerie van BZK een landelijke inventarisatie maken van de prestatieafspraken tussen gemeenten, corporaties en huurders. De afgelopen jaren is die uitgevoerd door Companen. Het gaat echt om een feitelijke inventarisatie van de inhoud van de prestatieafspraken, aantal en karakter, aantal betrokken partijen en een top 10 van meest gemaakte afspraken.

Jaarlijkse Staat van de volkshuisvesting/corporatiesector

Sinds 2015 informeert de minister de Kamer jaarlijks over de ‘staat van de volkshuisvesting’ in een gelijknamig document. Sinds eind 2019 is dat vervangen door een ‘Staat van de corporatiesector’ die wordt opgesteld door de Aw. Daarin is ook aandacht voor woonvisies, prestatieafspraken en de lokale samenwerking.

Evaluatie Woningwet

De herziene Woningwet is in 2018 geëvalueerd. Daarvoor is een enquête onder bestuurders en toezichthouder van corporaties, wethouders en huurdersorganisatie gehouden, ook over de lokale samenwerking. Belangrijkste conclusie: per saldo is de positie van gemeenten en huurders versterkt.