Visitaties als bron
De visitaties bevestigen het beeld uit eerder onderzoek
Over het algemeen kan gesteld worden dat de visitatierapporten de meeste conclusies uit het onderzoek van Platform31 bevestigen. De samenwerking tussen gemeenten en corporatie is vrijwel overal verdiept, meer gestructureerd en uitgebreid met de inbreng van huurdersorganisaties. De woonvisie is daarbij een belangrijk instrument geworden waarmee de gemeente richting geeft. Prestatieafspraken vormen een leerproces: dat geldt zowel voor het proces van voorbereiding en vaststelling van de afspraken zelf, als van het werken met prestatieafspraken door de jaren heen. Gemeenten hebben meer invloed gekregen, al is hier nog veel winst te halen. Huurdersorganisatie groeien in hun rol, maar hun positie blijft kwetsbaar. En er is behoefte aan regionale samenwerking en afspraken, al liggen daar ook verdelingsvraagstukken en daarmee conflicten op de loer. Twee conclusies worden minder door de visitatierapporten ondersteund. Van een meer uitvoerende rol van corporaties lijkt (nog) geen sprake. In veel gemeente zijn en blijven zij de initiatiefnemer, zowel naar inhoud als proces. En het effect van de vorming van woningmarktregio’s komt in de visitaties nauwelijks aan de orde.
Ook de aanvullende bevindingen uit de evaluatie van de Woningwet worden door de visitatierapporten bevestigd: de rijksprioriteiten (prioritaire onderwerpen) komen in vrijwel alle prestatieafspraken terug, corporaties klagen soms aan dat de gemeente over- of eenzijdig vraagt (onvoldoende wederkerigheid), huurdersorganisaties zijn in de ogen van veel gemeenten en corporaties maar beperkt in staat hun rol te vervullen, en de jaarlijkse cyclus rond bod en prestatieafspraken wordt als te intensief en belastend ervaren. Dat gemeenten en huurders vinden dat ze voldoende inzicht hebben in de financiële positie van de corporaties komt echter niet zo duidelijk uit de visitaties naar voren.
Focus in dit onderzoek: verdieping
In dit onderzoek gaat het niet om opnieuw een algemeen beeld of evaluatie van de praktijk na 4 of 5 jaar herziene Woningwet, maar proberen we zicht te krijgen op de dynamiek in de lokale driehoek: het overleg en de samenwerking tussen gemeente, woningcorporatie en huurdersorganisaties op het gebied van de volkshuisvesting. We zoeken patronen, voorbeelden van wat wel en niet goed werkt en inzichten waarmee de lokale samenwerking kan worden verbeterd. Prestatieafspraken zijn daarin een belangrijk onderdeel (een focus-point, een instrument, een gespreksonderwerp in de samenwerking) dat in de visitatie(methodiek) veel aandacht krijgt. Toch kijken we hier breder: het gaat om de lokale samenwerking, het overleg, het (strategisch) gedrag daarbinnen, de verhoudingen. Die zijn zowel (mede)bepalend voor inhoud en kwaliteit van de prestatieafspraken, maar worden er op hun beurt ook door de prestatieafspraken beïnvloed. Woonvisies vormen het andere belangrijke ‘product’ of kristallisatiepunt in de driehoek, alleen krijgen die in de visitaties veel minder aandacht dan de prestatieafspraken.
Quickscan scan van de beschouwingen over kwaliteit en proces van prestatieafspraken
Klik hier om te zien welk beeld de quick scan van visitatierapporten 6.0 oplevert!
Quick scan van de beschouwingen over kwaliteit en proces van prestatieafspraken
Een quick scan van de beschouwingen uit alle (102) visitatierapporten 6.0 levert het volgende feitelijke beeld op:
- Hoeveel: vrijwel alle corporaties hebben prestatieafspraken gesloten met de gemeente(n) waarin zij werkzaam zijn. Vijf zeer kleine corporaties hebben geen prestatieafspraken gesloten (4 XXS, 1 XS). Het beperkte woningbezit van de corporatie (soms niet meer dan 40) wordt als reden genoemd, maar ook het ontbreken van een gemeentelijke woonvisie en het slechte contact met de gemeente, ondanks pogingen van de corporatie dat te verbeteren.
- Corporaties alleen of samen: corporaties alleen of samen: In zo’n 40% van de gevallen is de gevisiteerde corporatie als enige corporatie partij bij de prestatieafspraken, in de overige visitaties zijn de prestatieafspraken samen met een of meer andere corporaties gesloten (in totaal vaak twee of drie, in Amsterdam wel negen corporaties).
- Collectieve afspraken: Voor zover dat in het visitatierapport wordt vermeld (vaak niet) is bij twee derde van deze ‘collectieve’ prestatieafspraken duidelijk wat de bijdrage van de individuele corporaties is, in een derde van de gevallen niet. Over de vraag of dat bezwaarlijk is wordt verschillend gedacht.
- Gemeenten en regio: Vrijwel overal is aan gemeentelijke zijde slechts sprake van één partij (de gemeente). Wel worden in regionaal verband vaak ook met meer gemeenten prestatieafspraken gemaakt die kaderstellend of richtinggevend zijn en doorwerken in lokale prestatieafspraken
- Actief in een of meer gemeenten: Bijna een vijfde van de gevisiteerde corporaties heeft in meer dan één gemeente prestatieafspraken gesloten. Dat geldt niet alleen voor grote en landelijk werkende corporaties, maar soms ook voor kleine corporaties (S en XS) in landelijk gebied. Van de 7 gevisiteerde zeer grote corporaties (XL) is één corporatie (Stadgenoot) slechts in één gemeente partij bij prestatieafspraken, omdat zij alleen in die gemeente (Amsterdam) bezit heeft. De Alliantie daarentegen heeft in 11 van de 15 gemeenten waar ze woningen bezit prestatieafspraken gesloten. De landelijk werkende ouderenhuisvester Habion (11.000 vhe) heeft in 32 gemeenten prestatieafspraken ondertekend, in de overige 38 gemeenten waar ze bezit heeft overigens niet.
- Huurdersorganisaties: Soms ontbreken huurdersorganisaties bij de prestatieafspraken, maar dat is echt een uitzondering. Het komt af en toe voor dat een huurdersorganisatie een of twee jaar niet mee ondertekent, vanwege een conflict of verschil van inzicht. Het aantal huurdersorganisaties dat partij is bij de prestatieafspraken varieert met het aantal corporaties dat betrokken is, omdat huurdersorganisatie doorgaans per corporatie zijn gevormd. In enkele gevallen overlegt en ondertekent een koepel of samenwerkingsverband van lokale of regionale huurdersorganisaties (zoals in Amsterdam, Almere en in Friesland).
- Een- of meerjarig: Veelal zijn prestatieafspraken eenjarig, soms meerjarig. Vaak ook komt een combinatie voor, in vorm van een raamovereenkomst voor enkele jaren met daarnaast meer specifieke jaarlijkse prestatieafspraken, of in de vorm van meerjarige afspraken met jaarschijven. In de visitatierapporten klinkt vaak de wens van partijen aan meer meerjarigheid, zowel om inhoudelijke als praktische redenen.