Visitatie als bron: nadere analyse
Typering van het netwerk
Driehoek, vierkant, bolwerk of spaghetti?
De Woningwet bepaalt dat gemeente, corporatie en huurdersorganisatie met elkaar prestatieafspraken maken en heeft daarvoor een procedure voorgeschreven. De praktijk laat ook zien dat deze partijen met elkaar overleggen, betrokken zijn bij het zogenaamde bod en uiteindelijk met elkaar prestatieafspraken sluiten en die ook ondertekenen. In de visitatierapporten wordt niet of nauwelijks melding gemaakt van ondertekening door andere partijen. In die zin kan met recht gesproken worden van een lokale ‘driehoek’. Toch is de diversiteit groter dan de term driehoek doet vermoeden. In gemeenten met meer dan één corporatie bestaan er ofwel meerdere ‘driehoeken’ naast elkaar (als de gemeente met elke corporatie en bijbehorende huurdersorganisatie prestatieafspraken maakt), óf de driehoek waaiert al snel uit naar een veel grotere aantal corporaties en huurdersorganisaties (in het geval van prestatieafspraken met gezamenlijke corporaties).
Dat betekent niet dat de drie kernspelers hun werk in ‘splendid isolation’ doen. De core business van corporaties - verhuur, bouw en onderhoud van sociale huurwoningen- vraagt in de eerste plaats zelf al om betrokkenheid van andere partijen. Verder is wonen of sociale huisvesting nauw verweven met andere vraagstukken zoals zorg, leefbaarheid, veiligheid, energievoorziening en ruimtelijke inrichting, en werkt de woningmarkt grotendeels op regionaal niveau. Voor de realisatie van specifieke of deelopgaven moeten corporaties daarom samenwerken met andere partijen in andere ketens of netwerken. In masterclasses van SVWN en ook in het visitatie-experiment rond lokale netwerken hebben enkele visitatoren opgemerkt dat die meer specifieke netwerken belangrijker zijn voor het realiseren van maatschappelijk effect dan het overleg en de afspraken in de zogenaamde lokale driehoek. Die andere partijen worden overigens doorgaans volop gehoord in de voorbereiding van gemeentelijke woonvisies, die op hun beurt weer van invloed zijn op de inhoud van de prestatieafspraken. Maar een aantal organisatie die de prestatieafspraken niet ondertekenen, worden toch in veel gemeenten geconsulteerd, vooral als het over zorg en welzijn gaat. De lokale driehoek is zo als het ware ingebed in of omgeven door andere lokale netwerken. In een stad als Amsterdam gaat het om tientallen (deel)netwerken, die vaak ook de gemeentegrens overschrijden. Het bestuur van Stadgenoot verzucht daarom in zijn position paper voor de visitatie dat de driehoek eerder op 'een bord spaghetti' lijkt.
Uitbreiding van de driehoek?
In visitaties van corporaties met veel aandacht voor studentenhuisvesting wordt gewezen op het belang van afspraken met onderwijsinstellingen. Die corporaties – en ook de visitatiecommissie – ziet het overleg in die gevallen graag uitgebreid naar een ‘lokaal vierkant’, waarin door uitbreiding van het overleg met hogeschool en universiteit ook meer recht kan worden gedaan aan economische en onderwijsbelangen, ook voor de gemeente.
Uitbreiding van de driehoek?
Wat sterk opvalt in de visitatierapporten is het toenemend belang van de sociale problematiek. Veel corporaties en gemeenten tonen zich erg bezorgd over de concentratie van kwetsbare personen in bepaalde wijken met veel sociale huurwoningen. Armoede, schuldproblematiek, concentratie van lage-inkomensgroepen als gevolg van passend toewijzen, de uitstroom van personen uit GGZ-instellingen en beschermd wonen: corporaties, huurders en gemeenten krijgen ermee te maken. Vergrijzing, extramuralisering en de decentralisaties in het sociaal domein maken ook zorg tot belangrijk aandachtspunt.
Wonen wordt in toenemende mate (weer) een sociaal vraagstuk. Partijen zelf, maar ook de visitatiecommissies, pleiten daarom sterk voor het betrekken van organisaties in het sociale en zorgdomein bij de prestatieafspraken. Vaak gebeurt dat al in vooroverleg en meestal zijn er aparte convenanten gesloten. Maar de visitatiecommissies geven meermaals in overweging om sociale en zorgpartijen nauwer bij de prestatieafspraken te betrekken of hen zelfs mee te laten ondertekenen, al bestaat daar nog geen format voor en worden daar ook nog geen concrete suggesties voor gedaan (oa visitaties de Huismeesters, Dunavie, de Alliantie). Spiegelbeeldig zou aan gemeentezijde ook de wethouder zorg/WMO/sociaal domein betrokken moeten worden, en dat gebeurt in sommige gemeenten al.
De lokale driehoek: eerder een bord spaghetti
Bovendien gaat achter ‘de gemeente’, ‘de corporatie’ en ‘de huurdersorganisatie’ ook een grotere variëteit schuil, wat de spaghetti nog ingewikkelder maakt. Vaak is alleen de wethouder wonen in het overleg betrokken, maar in toenemende mate raken ook andere bestuurders betrokken en áchter hen ook meerdere gemeentelijke afdelingen. Ook de gemeenteraad kan van zich laten horen. De corporatie kent op zijn minst een RvC die - vaak op de achtergrond - een rol speelt. En huurdersorganisaties hebben altijd een achterban die ze vertegenwoordigen waarin de meningen niet altijd gelijkluidend zijn.
En toch zijn het in het formele overleg uiteindelijk drie (categorieën) partijen die tot besluiten en afspraken komen. Dat leidt in ten minste één visitatie tot de waarschuwing dat het netwerk niet een ‘te hecht bolwerk’ moet worden (St Willibrordus, Wassenaar), waaraan wordt vastgeknoopt dat er ruimte moet blijven voor initiatieven van kleinere partijen en burgers.