Visitatie als bron: nadere analyse
De hoofdrolspelers en hun rol in de lokale samenwerking
Gemeenten, corporaties en huurdersorganisaties vormen de hoofdrolspelers in de lokale driehoek. We gaan hieronder niet in op hun formele taken en mogelijke invloedsmiddelen, maar beperken ons tot relevante en opvallende opmerkingen die in de visitatierapporten zijn gemaakt.
Gemeenten
Het algemene beeld is dat gemeenten actiever zijn geworden op het gebied van wonen. De visitaties laten zien dat de meeste gemeenten in de afgelopen jaren (nieuwe) woonvisies hebben opgesteld en prestatieafspraken hebben gemaakt. In veel rapporten wordt gesproken over constructieve relaties en overleg. Vaak neemt de gemeente de regie en organiseert of faciliteert het proces van overleg en voorbereiding. In veel grote steden bestaat van oudsher een stevige gemeentelijke afdeling of dienst volkshuisvesting, waardoor lokale corporaties zich wel eens afvragen of de sturende rol van de gemeente niet te sterk is (De Huismeesters, de Alliantie). Toch zijn er nog veel situaties waarin vooral corporaties, maar soms ook huurders, een gebrek aan initiatief en regie van de gemeente ervaren. Veelgenoemde oorzaken zijn dan een bestuurscrisis, veel personele wisselingen (bestuurlijk en/of ambtelijk) en een gebrek aan ambtelijke capaciteit. Voorbeelden hiervan zijn de visitaties van Brederode (Wassenaar), GoedeStede (Almere) en Dunavie (Katwijk). Het omgekeerde komt overigens ook voor: grote continuïteit van medewerkers en korte lijnen tussen gemeente en corporatie dragen bij aan informeel en direct contact, ze vergemakkelijken de samenwerking (Veenendaalse Woningstichting). Bij afwezigheid van gemeentelijke regie springen corporaties meestal in.
De directeur van de Alliantie maakt in zijn position paper de kritische opmerking dat de gemeente geen opdrachtgever is en de corporatie geen taakorganisatie. Hij maakt zich vooral zorgen over het langetermijnperspectief dat bij gemeenten kennelijk soms niet in goede handen is, waardoor de corporatie dreigt mee te moeten gaan in de ‘waan van de dag’. De oplossing zoekt hij in meerjarig commitment van partijen door meerjarige prestatieafspraken.
Lees meer over gemeenten en hun rol in de lokale samenwerking
Huurdersorganisaties
Een belangrijke vernieuwing van de Woningwet 2015 is de versterking van de positie van huurdersorganisaties. Anders dan voorheen hebben ze niet slechts een adviesrol, maar zijn ze als mede-ondertekenaar formeel volwaardig partij. Van meet af aan bestonden er zorgen over de professionaliteit van de huurdersorganisatie en hebben zowel de Woonbond als de besturen van veel woningcorporaties geïnvesteerd in de ondersteuning en professionalisering van de huurdersvertegenwoordiging.
Over het algemeen wordt er in de visitatierapporten met waardering over de rol en inzet van huurdersorganisaties gesproken, zowel door de visitatiecommissies als de corporaties en gemeenten met wie zij gesproken hebben. ‘Ze houden ons scherp’ en ‘de huurdersinbreng draagt bij aan de inhoud, inhoudelijke discussies worden gevoerd’, wordt regelmatig opgemerkt. In een van de visitaties kwam ook het initiatief voor de prestatieafspraken en het proces van samenwerking van de huurdersorganisatie. Maar in een enkel geval was sprake van een slecht functionerende huurdersorgansatie of een slechte relatie tussen huurdersorganisatie en woningcorporatie (ProWonen, Groen Wonen).
De meeste huurdersorganisaties ervaren het proces van overleg in de driehoek als intensief en belastend, maar zijn wel tevreden over hun inbreng en hebben het gevoel dat er naar hen wordt geluisterd. Toch komen de visitatiecommissies ook regelmatig situaties tegen waarin dat anders is. Huurdersorganisaties vinden dan dat er te weinig met hun inbreng gebeurt: ‘het zijn afspraken tussen twee partijen’ en ‘we mogen wel meepraten, maar niet tegenpraten’ (ProWonen). Om die reden, maar ook omdat ze niet kan instemmen met de inhoud, weigert een huurdersorganisatie soms om de prestatieafspraken te ondertekenen (Ons Doel)
Lees verder over huurdersorganisaties en hun rol in de lokale samenwerking
Corporaties
Corporaties hebben in de lokale driehoek een spilpositie. Verreweg de meeste prestaties moeten door hen worden geleverd, zij beschikken over vermogen en investeringscapaciteit, zij móeten een jaarlijks bod doen en zij voeren in de eerste plaats het overleg met de huurdersorganisatie (op grond van de Overlegwet huurders-verhuurders). Doorgaans hebben zij ook de meeste expertise in huis.
De visitaties (‘maatschappelijke visitatie woningcorporaties’) zijn in de eerste plaats op het functioneren van de corporaties gericht. We beperken ons in deze paragraaf tot wat daarin specifiek wordt opgemerkt over hun rol in de lokale samenwerking met gemeente en huurdersorganisatie.
In de eerste plaats valt op dat de regie of voortrekkersrol in de lokale driehoek, zeker in het proces van prestatieafspraken, regelmatig bij de corporatie(s) ligt. Dat is het geval, zo blijkt uit de visitaties, als de gemeente over te weinig ambtelijke capaciteit beschikt, er een bestuurscrisis is, de aandacht naar fusie uitgaat of gewoonweg omdat de gemeente nog zoekende is naar haar rol.
Ook als ze niet het voortouw hebben, worden de corporaties vaak door gemeenten gewaardeerd om hun inhoudelijke expertise (kennis van volkshuisvesting) en gevoel voor wat er leeft bij huurders en wat zich achter de voordeur afspeelt. Dat heeft ook een keerzijde. Een aantal keer wordt in visitatierapporten uit de mond van gemeenten opgetekend dat het de corporatie ontbreekt aan politieke sensitiviteit, gevoel en begrip voor bestuurlijke processen binnen de gemeente.
Speciale aandacht verdient hier de rol van de Raad van Commissarissen. In veel visitatierapporten is te lezen dat de RvC, als onderdeel van haar maatschappelijke oriëntatie, aandacht heeft voor het lokale overleg en de inhoud van de prestatieafspraken. Veel commissarissen zijn goed bekend met wat er lokaal leeft en spannen zich daar ook voor in. Vanuit hun klankbordrol bevragen veel RvC’s de bestuurder vooraf op de inzet voor het bod en de prestatieafspraken. Soms gebeurt dat heel scherp, vanuit een wens van maximaal maatschappelijk rendement.
Gebrek aan politieke sensivititeit bij sommige corporaties
Corporaties wordt dan gewezen op het belang van tact, het open houden van de relatie met de gemeente ondanks frustraties over bijvoorbeeld het niet-nakomen van afspraken, en het elkaar vooraf informeren voor informeren voordat je naar de media gaat (St Willibrordus, Centrada). In Rotterdam lijkt daar meer gevoel voor te bestaan; de visitatiecommissie constateert dat partijen daar ‘scherp op de inhoud, maar zacht op de relatie’ zijn (Woonbron). Een ander risico waar visitatiecommissies voor waarschuwen is dat de corporatie (de bestuurder, daarin soms gesteund door de RvC) teveel overtuigd is van het eigen gelijk en de eigen visie of te ver voor de troepen uitloopt, waardoor gemeenten en huurders kunnen afhaken en de relatie kan verslechteren (Stadgenoot, Dudok, GoedeStede).
Gemeente zoekende naar rol
dit komt onder andere naar voren in de visitaties van Wonen NW Friesland, Servatius, Wonen Zuid, Brederode en ProWonen.
Voortrekkersrol corporaties
Formeel dient de corporatie bij haar bod de gemeente uit te nodigen tot het maken van prestatieafspraken, maar vaak neemt de corporatie het initiatief en pakt de regierol. Een enkele keer zien we de omgekeerde beweging, wanneer een gemeente in de visitatie weten dat ze de regie voor de prestatieafspraken weer wil ‘teruggeven’ aan de corporaties (gemeente Gooise Meren in visitatie de Alliantie).
Maatschappelijke rol RvC
Zo merkt een van de visitatiecommissies op: ‘De RvC gaat na of het onderste uit de kan wordt gehaald in de biedingen en prikkelt zo de corporatie.’ (Veenendaalse Woningstichting). De commissie die Woonbron visiteerde merkte met waardering op dat de RvC uitdrukkelijk aandacht besteedt aan de vraag wat precies de maatschappelijke opgave is en in het verlengde daarvan ‘initiërend en opiniërend’ is bij de prestatieafspraken en het samen optrekken met huurdersorganisaties (Woonbron; GoedeStede). Omgekeerd zijn de prestatieafspraken richtinggevend voor RvC om te bepalen of de corporatie naar redelijkheid bijdraagt aan het beleid van de gemeente, zoals de wet verlangt. De RvC vervult zo een rol bij het bewaken van de prestatieafspraken (GoedStede, Groen Wonen). Sommige RvC’s laten externe contacten vooral over aan de bestuurder, andere gaan soms in gesprek met de gemeente of -raad (GoedeStede).
Huurdersorganisaties
Doorgaans kent een woningcorporatie één huurdersorganisatie die naast corporatie en gemeente partij is in het overleg. In enkele gemeenten hebben de huurdersorganisaties zich verenigd in een samenwerkingsverband (koepel of federatie), vaak daar waar de gemeente prestatieafspraken met gezamenlijke corporaties maakt. In Amsterdam is de huurdersfederatie daarmee het spiegelbeeld van de federatie van corporaties. Dat ligt anders in Almere, waar de koepel van huurdersorganisatie de prestatieafspraken ondertekende, maar de corporaties dat elk afzonderlijk deden. In Friesland is de Bewonersorganisatie Friesland partij bij verschillende prestatieafspraken, ook daar waar een gemeente en slechts één corporatie de afspraken tekenen.
Af en toe maken de visitatierapporten melding van problemen van huurdersorganisatie met het contact met de achterban, soms in waarschuwende zin. De visitatiecommissie merkt dan op dat de huurdersorganisatie een sterkere inbreng kan leveren als ze actiever signalen ophaalt bij haar achterban en nog meer werkt ‘met leefwereld als uitgangspunt i.p.v. standaardthema’s’ (Sité). Die laatste opmerking wijst op een bekend dilemma: de inhoudelijke complexiteit van de vraagstukken is groot, de beschikbare tijd is beperkt, en huurdersorganisaties bestaan uit vrijwilligers. Vaak krijgen zij ondersteuning door een professional van de Woonbond of een extern adviseur, betaald door de corporatie, maar het risico bestaat dat zij daardoor onderdeel worden van het overlegcircuit (systeemwereld) en het contact met de bewoners vermindert. Veel gemeenten en vooral corporatiebestuurders uiten in de visitaties hun oprechte zorg over de kwaliteit en mogelijkheden van de huurdersorganisaties.
De gemeenteraad speelt ook een rol bij het overleg
De gemeenteraad speelt ook een rol bij het overleg in de driehoek, al is dat vaak meer op de achtergrond. De rol van de raad lijkt vooral sterk bij de totstandkoming van en besluitvorming over de gemeentelijke woonvisie, en wat minder bij het proces van prestatieafspraken. De rekenkamer van Zeist concludeerde na een onderzoek overigens dat de gemeenteraad zelf best een meer actieve rol in dat proces zou kunnen pakken (Woongoed/Zeist).
In Katwijk speelde de gemeenteraad zo’n actieve rol. In een impasse rond het proces van prestatieafspraken en slechte verhoudingen tussen partijen besloot de raad, na signalen van de huurdersorganisatie, om een extern bureau te vragen het proces te evalueren en (inhoudelijk) onderzoek te doen, als basis voor een nieuwe gemeentelijke woonagenda. Die evaluatie heeft sterk bijgedragen aan verbetering en een nieuwe start (Dunavie).
Gemeenten en hun rol
Het is doorgaans de wethouder wonen of volkshuisvesting die het overleg met corporatie(s) en huurdersorganisatie(s) voert en de prestatieafspraken ondertekent. Soms worden ook andere wethouders en/of gemeentelijke afdelingen betrokken, zeker op het gebied van zorg (Servatius/Maastricht, Alwel/Breda). Waar dat niet het geval is terwijl de breedte van de vraagstukken betrokkenheid van verschillende wethouders vraagt, of waar de portefeuille wonen is opgeknipt, ervaren corporatiebestuurders dat als een grote belemmering. En al helemaal als er geen actuele gemeentelijke woonvisie is (GoedeStede en de Alliantie).
In veel steden is wonen een politiek gevoelig vraagstuk, zeker als het om verdelingsvraagstukken gaat (meer/minder sociale woningen, verkoop, betaalbaarheid). Discussies in de gemeenteraad kunnen een spanning leggen op het proces van prestatieafspraken, met als risico dat het doel op lange termijn onvoldoende aandacht krijgt (Volkshuisvesting/Arnhem) en als gevolg dat de corporatie niet of slechts beperkt kan bouwen (Brederode/Bloemendaal). Soms blokkeert een gemeenteraad meerjarige afspraken en wil vasthouden aan jaarlijkse afspraken (Servatius/Maastricht).
Een bijzondere situatie ontstaat in de aanloop naar een gemeentelijke fusie. In Noord-West Friesland sloot de corporatie gemeente prestatieafspraken met de fuserende gemeenten samen, voorafgegaan door een raamovereenkomst. De fusie vroeg veel aandacht van de gemeenten; mede daarom heeft de corporatie een trekkersrol vervuld bij de prestatieafspraken en dienden de afspraken vooral ook om met elkaar in gesprek te komen. In de Krimpenerwaard liepen de prestatieafspraken die gemaakt waren met de oude gemeenten door tot er een woonvisie van de inmiddels gevormde fusiegemeente was, als basis voor nieuwe prestatieafspraken. (Groen Wonen Vlist).
[1] Dat was overigens ook het standpunt van de commissie-Dekker waarop de tekst van de Woningwet is gebaseerd.