Institutionele verhoudingen

De lokale driehoek is deel van een groter geheel

Als het gaat over de lokale driehoek wijzen veel corporatiebestuurders en visitatoren erop dat andere netwerken minstens zo belangrijk, zo niet belangrijker zijn voor het realiseren van volkshuisvestelijke resultaten. Het gaat dan om netwerken en ketens rond concrete problemen of diensten, zoals de huisvesting van statushouders, de leefbaarheid in wijken of combinaties van wonen en zorg. De lokale driehoek is daarom slechts een uitsnede van een veel groter geheel aan partijen, samenwerkingsconstructies en overlegvormen. Enerzijds relativeert dat de waarde van de driehoek, anderzijds stelt dat partijen in de driehoek voor een additionele opgave: hoe haak je met de prestatieafspraken aan op visies, afspraken en initiatieven van andere partijen in de gemeente, of omgekeerd: hoe betrek je die andere partijen bij de prestatieafspraken in de driehoek?

De figuren 1 en 2 plaatsen dat gegeven in perspectief, en verbinden het ook met enkele andere lijnen uit dit essay. De figuren, eerder gepubliceerd in een NSOB-beschouwing over visitaties, maken duidelijk dat prestatieafspraken in de driehoek maar een klein deel van de lokale volkshuisvesting beslaan; bovendien vertegenwoordigen ze een specifieke en dus beperkte vorm van sturing. Het instrument prestatieafspraken is geworteld in het denken van New Public Management en gaat uit van de premisse dat de overheid (Rijk, gemeente) afspraken kan maken over te leveren prestaties, en die prestaties vervolgens kan meten en partijen daarop kan afrekenen. Dat verklaart de nadruk die wordt gelegd - ook in de handreiking voor de prestatieafspraken in de lokale driehoek - op ‘SMART’. Prestatieafspraken veronderstellen institutionele verhoudingen van het type principaal-agent. We hebben gezien dat dit in de lokale driehoek niet of slechts beperkt het geval is. In de praktijk zien we mengvormen, waarin zowel sprake is van hiërarchische sturing (vooral van woningcorporaties, door het Rijk), contractmanagement (prestatiesturing), als netwerksturing (samenwerking in coalities). En soms komen burgers zelf met initiatieven, die een gemeente of corporatie al dan niet kan faciliteren. Anders gezegd: maatschappelijke (woon)waarde wordt ook - en misschien vooral wel - geproduceerd buiten de lokale driehoek. Het is de kunst om daar oog voor te houden en daar bij de afspraken in de driehoek op een verstandige manier rekening mee te houden.

Uit de visitaties blijkt duidelijk dat partijen in de driehoek hiermee worstelen, waarbij het onderwerp wonen en zorg eruit springt. Er blijkt een sterk gevoelde behoefte om zorg- en welzijnsorganisaties bij het maken van prestatieafspraken te betrekken, juist door de toegenomen sociale problematiek. Diverse visitatiecommissies raden de driehoek dat ook van harte aan, zelfs tot de optie van mee-ondertekenen van de afspraken aan toe. Maar voorzover wij weten, zijn organisaties van zorg en welzijn nog nergens mede-ondertekenaar van de prestatieafspraken in de driehoek. Wel worden er allerlei vormen van overleg verkend (thematische groepen, een apart bestuurlijk overleg wonen-zorg, etc.). De belangrijkste boodschap uit de visitatierapporten is dát er een structuur of bedding moet zijn waarin een dergelijk overleg kan plaatsvinden; waar die afwezig is, wordt dat node gemist.

netwerken en ketens rond concrete problemen of diensten

Zie de experimentele visitaties bij Woondiensten EnkhuizenGoed Wonen Gemert, SSH&, Waterweg Wonen, WoCom en Woonvizier die hier uitdrukkelijk op ingaan)