Visie

Visie is een proces

Daar waar visies levendig zijn - en dus ook de betrokken actoren enthousiasmeren -, zien we dat aan de visie-als-document vaak een uitgebreid proces van visievorming is voorafgegaan. Dat is een cruciale constatering: visievorming is in de eerste plaats een goed proces - het document is ‘slechts’ het resultaat daarvan.

Een dergelijk proces is een sine qua non om tot een levendige visie te komen. De partijen in de driehoek moeten over een groot aantal thema’s tot gemeenschappelijke beeldvorming komen, over de omvang en spreiding sociale voorraad, nieuwbouw, verkoop, betaalbaarheid, wonen-zorg, inzet op verduurzaming van woningen, leefbaarheid, etc. - waarbij het lange- en het korte-termijnperspectief tot heel verschillende standpunten kunnen leiden.

Visie-als-proces kan ook een zekere relativering opleveren van de constatering in de voorgaande paragraaf: er zijn levendige en doodse visiedocumenten. Soms is een visie-op-papier een weinig inspirerend document, maar is er wel sprake van een levendig onderliggend proces - partijen hebben gemeenschappelijke beelden over de gewenste toekomstige richtingen en investeren eenvoudigweg niet in het goed opschrijven daarvan (kwadrant II). De vraag is dus altijd belangrijk wat het proces achter het document is. Het is zelfs denkbaar dat de visie-op-papier er fantastisch uitziet, maar het onderliggende proces ontbreekt - bijvoorbeeld omdat een gespecialiseerde consultant, die goed met taal is, het document heeft geschreven (kwadrant I).

In een proces van visievorming laat het begrip ‘proces’ zich nader inkleuren, langs drie ingangen:

    • visievorming is een leerproces: partijen wisselen hun ervaring, kennis en overwegingen uit en leren van elkaar;
    • visievorming is een onderhandelingsproces: aan tafel zitten immers ook partijen met verschillende belangen - die tot een zekere consensus moeten komen, omdat zij nu eenmaal tot elkaar veroordeeld zijn;
    • visievorming is ook een rationeel of ontwerpproces: een goede visieproces is gebaat bij het ambachtelijke werk van onderzoek, analyses en scenario’s - inclusief moderne vormen als datamining of simulaties - om de bestaande en toekomstige situatie in beeld te krijgen.

    Die drie moeten in balans zijn, waarbij het ontwerpen vaak ten dienste staat van het leren en gebruikt wordt in onderhandelingen. Zo melden visitatierapporten regelmatig dat partijen de hulp van een onderzoeksbureau inroepen om een gezamenlijk beeld te ontwikkelen van de feitelijke situatie en vraag en aanbod op de lokale of regionale woningmarkt - ‘zo is er eensgezindheid over de basis: de cijfers’ (visitaties Domesta, Woonborg, Dunavie). Dat is al helemaal van belang als de onzekerheid extreem is, zoals rond de Groningse aardbevingsproblematiek, maar wel in combinatie met procesafspraken omdat onderzoek de onzekerheid nooit geheel kan wegnemen (visitatie De Delthe). 

    Er is hier vooraf geen optimum aan te geven - er zijn immers allerlei lokale omstandigheden, die kleuring geven aan het gewenste proces. Een proces is goed als de betrokken partijen het goed vinden. Wel is belangrijk dat partijen goed nadenken over de vraag hoe ze het proces willen ontwerpen - zodat het echt recht doet aan de expertise en opvattingen van partijen en er een serieuze gedachtenuitwisseling ontstaat. Dat kan leiden tot meer begrip voor wederzijdse posities en overwegingen, vooral rond onderwerpen die lokaal en regionaal tot polarisatie leiden (zoals omvang sociale huurvoorraad, duurzaamheid, afweging duurzaamheid-betaalbaarheid). We spreken wel van de noodzaak van een goed procesontwerp.

    ‘Mooi in de ogen van de visitatiecommissie is het inroepen van externe ondersteuning, met als resultaat meerjarige afspraken, vertrouwen tussen partijen en jaarafspraken die goed gemonitord en geëvalueerd worden. (visitatie Woonborg, Drenthe)