Prestatieafspraken

De noodzaak en het risico van integraliteit

Systemen van prestatieafspraken dijen uit

Nauw verbonden met de Wet van de Afnemende Effectiviteit is het risico dat systemen van prestatieafspraken teveel uitdijen. Een eerste oorzaak daarvoor bespraken we al eerder: een systeem van prestatieafspraken kan uitdijen doordat de afspraken ieder jaar gedetailleerder worden. Wanneer partijen elkaar bijvoorbeeld wantrouwen, is er de natuurlijke neiging om afspraken meer te detailleren, om zo allerlei loopholes te voorkomen.

Hier staan we stil bij de andere belangrijke oorzaak: de inhoudelijke agenda van de driehoek wordt steeds breder. Zo is er de toenemende urgentie van de groeiende sociale problematiek in buurten en wijken, waardoor samenwerkingspartners in dit domein steeds meer in beeld komen. Menige visitatiecommissie geeft de lokale partijen in overweging te verkennen of partners in dat domein niet meer dan nu het geval is, bij de prestatieafspraken moeten worden betrokken en de afspraken misschien zelfs wel moeten mee-ondertekenen. Het andere grote thema op de agenda van de driehoek is de energietransitie, die verstrekkende gevolgen voor de corporaties heeft.


Hoe met deze ontwikkeling om te gaan in de prestatieafspraken?

Een eerste opvatting noemen we ‘integrale afspraken’. Wanneer de agenda van de driehoek zich verbreedt, moeten ook prestatieafspraken worden verbreed. Zoals gezegd, meerdere visitatiecommissies hebben hiervoor gepleit - zo wordt in de visitatierapporten van de Huismeesters, Dunavie, Rentree en de Alliantie een pleidooi gevoerd voor het betrekken van zorg- en welzijnspartijen bij de prestatieafspraken en van andere wethouders dan wonen alleen. Het voordeel hiervan is duidelijk: als corporaties een bredere, meer integrale agenda krijgen, en als prestatieafspraken een cruciaal instrument zijn, is het logisch dat prestatieafspraken ook breder en meer integraal worden. Daarmee is ook het nadeel gegeven: meer thema’s, meer afspraken en meer partijen kunnen leiden tot over-complexiteit - inhoudelijk, maar zeker ook in het proces van totstandkoming en monitoring van de afspraken. En over-complexiteit zal onherroepelijk tot bureaucratisering en ritualisering leiden.

Een tweede opvatting is dat prestatieafspraken juist beperkt gehouden moeten worden - en dat uitdijende afspraken het begin van het einde zijn. Prestatieafspraken kunnen alleen hun werk doen als ze relatief eenvoudig en beperkt, en daardoor ook goed communiceerbaar zijn. De elegantie van prestatieafspraken is de kracht van prestatieafspraken. In de literatuur wordt dit ook benadrukt: partiële systemen zijn vaak effectiever dan integrale systemen. Het risico is uiteraard dat ze daarmee hun relevantie verliezen voor belangrijke onderwerpen.

Uiteraard is het belangrijk dit enerzijds, anderzijds te erkennen. Vervolgens kan er worden gezocht naar uitwegen. 

Het systeem van prestatieafspraken kan bijvoorbeeld meer gelaagd worden gemaakt: (1) meerjarige afspraken voor de lange termijn, die bovendien (2) globaal en kaderstellend zijn. Partijen kunnen (3) vervolgens een aantal thema’s selecteren voor meer concrete jaarlijkse afspraken - waarbij geen poging wordt gedaan om voor alle terreinen gedetailleerde afspraken te maken. Voor sommige terreinen wordt dan alleen gewekt met de meerjarige, globale afspraken

In de praktijk zien we volop voorbeelden hiervan, zowel in stedelijke als meer landelijke gebieden (Breda, Roosendaal, Helmond, Deventer, Wassenaar, Veenendaal, Krimpenerwaard, Noord-West Drenthe, Eemsdelta). Toch is de praktijk nog lang niet zover als veel partijen zouden willen. In een groot aantal visitaties klinkt de dringende behoefte aan meer meerjarige kaderafspraken, zodat de ‘hitte van de jaarschijf’ vermindert. Niet iedereen is er overigens gelukkig mee, soms willen gemeenten of huurdersorganisaties vasthouden aan het systeem van jaarlijkse afspraken (Arnhem, Maastricht, Wageningen).

‘We moeten voorkomen dat alles in detail vast komt te liggen, want daar worden partijen veel te voorzichtig van.’
Visitatie de Alliantie

‘Verbreed het bod op de woonvisie naar een bod op de omgevingsvisie of het gemeentebeleid, en betrek het hele college.’
suggestie deelnemer gesprek met visitatoren en practitioners