Visitatie en de commissaris

Commissaris en visitator

Commissaris en visitator ontmoeten elkaar op verschillende momenten in het visitatieproces. Het is tevens een ontmoeting van verwante professionaliteit. Want, hoewel positie, status en taak van visitator en commissaris verschillen, de overeenkomsten tussen beide professionals – en hun ‘commissies’ – zijn aanzienlijk. Uw goed commissarisschap en good governance vinden hun gelijken in goed visitatorschap en good judgement.

Goed visitatorschap

De kwaliteit van visitatie staat of valt met de kwaliteit van de visitatoren, individueel en collectief. Uiteraard is een krachtige methodiek van groot belang, maar een goede toepassing daarvan vereist vakmanschap en teamwork. Naast deskundigheid in reflecteren en beoordelen en op de verschillende aandachtsgebieden van visitatie, is onafhankelijkheid cruciaal voor ‘goed visitatorschap’. Enerzijds feitelijk en formeel, om partijdigheid en de schijn daarvan te voorkomen. Anderzijds gaat het om onafhankelijkheid qua houding en gedrag, met een volstrekte onbevangenheid in oordeelsvorming. Voor een belangrijk deel worden vereisten van kwaliteit en onfhankelijkheid geborgd in de accreditatiecriteria die gelden voor visiterende bureaus, visitatiecommissie en visitatoren. 

Onafhankelijkheid en kwaliteit van visitatoren en commissie worden voorts geborgd door een goede werving en selectie van visitatoren door visiterende bureaus, door het hanteren van ethische codes binnen de bureaus en door opleiding en training van visitatoren door zowel de bureaus als SVWN. 

Good judgement

Commissarissen en visitatoren vervullen een belangrijke rol in het toezien op het functioneren van corporatie(bestuur). Beide doen dat, althans in morele zin, namens de maatschappij. De RvC staat het bestuur van de corporatie bovendien bij met advies, iets dat bij de visitatiecommissie om redenen van onafhankelijkheid is beperkt tot het aanreiken van verbeterpunten. 

Daar waar commissarissen ‘geleid’ worden door vereisten van good governance, vormen ontwikkelende principes van good judgement steeds meer een belangrijk richtsnoer voor het vakmanschap van visitatoren en de werkwijze van de commissie. Het is de erkenning van het gegroeide inzicht dat het relatieve belang van de factor ‘mens’ binnen visitaties aanzienlijk is. Visiteren is geen kwestie van afvinken of tellen en turven, het vraagt om een weloverwogen, wijs oordeel, om ‘professional judgement’, om ‘judgecraft’. 

Een lerende en legitimerende visitatie komt tot stand op basis van good judgement, dat wil zeggen:

  • in een lerend proces, met kritische reflectie en vruchtbare dialoog;
  • door inzet van professionaliteit en vakmanschap van visitatoren;
  • op basis van ‘harde’ feiten en cijfers én van intuïtie en ervaringskennis;
  • gebruikmakend van goed gereedschap in methodiek, werkwijze en proces;
  • leidend tot een redelijk en rechtvaardig, weloverwogen en wijs, (h)erkenbaar en communiceerbaar oordeel.​​

Hier ligt ook een belangrijke (potentiële) meerwaarde van visitatie ten opzichte van andere instrumenten. Het vakmanschap van de visitatoren is daarom van groot belang. Zoals de wederzijdse erkenning van respect en senioriteit van visitator en commissaris, een lerende opstelling van commissarissen alsmede de wisselwerking tussen commissie en Raad in open gesprekken essentieel zijn voor een visitatie met maximale opbrengst.