Visitatie
Verantwoorden en leren
Om als commissaris uw rol in het visitatieproces goed te kunnen innemen, is het zaak kennis te hebben van het instrument visitatie en van het visitatiestelsel. Deze informatie staat in dit hoofdstuk. Als u goed bekend bent met visitatie kunt u ook direct naar het hoofdstuk Visitatie en de commissaris gaan.
In een visitatie leggen woningcorporaties openbaar verantwoording af over hun maatschappelijke prestaties in de afgelopen vier jaar en over de wijze waarop ze hun governance vormgeven. Daarmee dragen visitaties bij aan de maatschappelijke legitimiteit van corporaties. Een onafhankelijke visitatie houdt corporaties bovendien een spiegel voor waarmee zij hun functioneren en presteren kunnen verbeteren.
Visitatie is vanzelfsprekend
Visitatie is een instrument van corporatie én samenleving. Visitatie zit in het hart van de governance van een woningcorporatie als maatschappelijke onderneming. De ‘maatschappij’, vertegenwoordigd door haar belanghebbenden, is de eerstaangewezene om een oordeel te geven over de prestaties van een corporatie. Visitatie is een instrument dat dit mogelijk maakt. Deze beoordeling door de samenleving biedt corporaties op hun beurt de gelegenheid verantwoording af te leggen over hun maatschappelijk presteren. Maatschappelijke oordeelsvorming en het afleggen van verantwoording vormen twee zijden van dezelfde medaille.
Visitatie is verplicht
Sinds 1 juli 2015 is met de inwerkingtreding van de herziene Woningwet (artikel 53a) iedere corporatie verplicht zich eens in de vier jaar te laten visiteren. Nadat visitatie al in 2007 door middel van de Governancecode Woningcorporaties (artikel 2.4) verplicht werd gesteld voor alle Aedes- en VTW-leden, heeft de wetgever er voor gezorgd dat nu ook daadwerkelijk alle woningcorporaties gevisiteerd worden. De invoering van de herziene Woningwet en Governancecode hebben bovendien aanzienlijke gevolgen voor inhoud en proces van visitatie.
Visitatie is de moeite waard
Maar visitatie is meer dan een morele en wettelijke plicht tot verantwoorden. De externe verantwoording en openlijke feedback die corporaties krijgen op hun maatschappelijk presteren en functioneren willen vooral aanzetten tot leren en verbeteren. Met een mooie opbrengst voor corporatie én samenleving: een grotere maatschappelijke legitimiteit en betere maatschappelijke prestaties. Want dát is de tweeledige bedoeling van visitatie.
Met een visitatie(rapport) verantwoordt de corporatie zich over haar maatschappelijke prestaties naar de samenleving. De samenleving en de belanghebbenden kunnen op basis van een visitatie(rapport) beoordelen of de corporatie de goede dingen goed gedaan heeft. Enerzijds gebeurt dit indirect door het onderzoek, de reflectie en de beoordeling van het maatschappelijk presteren en functioneren door een onafhankelijke en deskundige visitatiecommissie. Anderzijds is sprake van een directe beoordeling door belanghebbenden over de geleverde maatschappelijke prestaties en kunnen zij hun tevredenheid uiten over de relatie en communicatie met de corporatie en over hun invloed op het beleid van de corporatie. Belangrijk voor dit legitimatie-effect van visitatie is dat corporaties – en ook de RvC – zich open opstellen en actief het gesprek met belanghebbenden voeren over het visitatierapport.
Een onderbouwde en onafhankelijke beoordeling van hun prestaties ondersteunt corporaties om hun presteren te verbeteren, ofwel te leren. Hiervoor is belangrijk dat, naast een lerende opstelling door de corporatie zelf, de visitatie goed wordt uitgevoerd en de oordelen in het rapport transparant, scherp en onderscheidend zijn én dat de oordelen publiek worden gemaakt.
Overigens hebben deze beide beoogde effecten - legitimeren (door verantwoorden) en verbeteren (door leren) - een nauwe relatie met elkaar. Beter maatschappelijk presteren zal bijdragen aan de legitimiteit van de corporatie en zo zal juist het proces van oordelen door en bespreken met belanghebbenden prikkelen tot leren. Een goede governance, zowel intern als extern, vormt een essentiële voorwaarde voor zowel de legitimatie van de corporatie als voor duurzaam goed maatschappelijk presteren. Goed functionerend intern toezicht en betrokkenheid van de RvC bij visitatie is dus onontbeerlijk.
Omdat visitatie informatie oplevert over het maatschappelijk presteren en integraal functioneren van een corporatie, biedt een visitatie ook bouwstenen voor extern toezicht. Politiek, ministeries en Autoriteit Woningcorporaties kunnen (en zullen) daarvan gebruikmaken bij hun publieke toezicht en oordeelsvorming.
Woningwet, artikel 53a
1. Een door Onze Minister aan te wijzen onafhankelijke instantie draagt er, door daartoe deskundige instanties aan te wijzen, zorg voor dat ten minste een maal per vier jaar bij elke toegelaten instelling mede ter plaatse een onderzoek kan worden verricht naar:
a. de resultaten van haar werkzaamheden, zowel uit het oogpunt van het belang van de volkshuisvesting als van het maatschappelijke belang van die werkzaamheden, en
b. de wijze waarop de belanghebbenden in de gelegenheid zijn gesteld invloed uit te oefenen op het beleid, en
c. de kwaliteit van de governance.
2. De toegelaten instelling draagt er zorg voor dat het onderzoek, bedoeld in het eerste lid, door de daartoe door haar te benaderen deskundige instantie, bedoeld in dat lid, wordt verricht. De kosten van dat onderzoek komen voor haar rekening.
3. De deskundige instantie, bedoeld in het eerste lid, stelt telkens binnen zes weken na afloop van een onderzoek een rapport met haar bevindingen vast. Zij zendt het rapport onverwijld na de vaststelling daarvan aan de toegelaten instelling.
4. De toegelaten instelling zendt een rapport als bedoeld in het derde lid, vergezeld van de zienswijze van de Raad van commissarissen en het bestuur daarop, binnen zes weken aan Onze Minister, alle belanghebbenden en degenen die in het kader van het onderzoek hun zienswijze hebben gegeven. Zij stelt voorts het rapport binnen die termijn langs elektronische weg algemeen verkrijgbaar.
5. Een rapport als bedoeld in het derde lid is mede onderwerp van het overleg, bedoeld in artikel 43, tweede lid, en dat, bedoeld in artikel 44, tweede lid.
Voor meer informatie zie het online wetboek.
Governancecode Woningcorporaties, artikel 2.4
Woningcorporaties laten hun maatschappelijke prestaties minimaal eens per vier jaar onderzoeken door een door de SVWN geaccrediteerd visitatiebureau. Het visitatierapport wordt op de website van de woningcorporatie geplaatst, samen met een reactie daarop van bestuur en RvC. Het visitatierapport wordt besproken met huurdersorganisaties en B&W van de gemeente als belanghebbenden.
Zie de VTW-website voor algemene informatie over de Governancecode Woningcorporaties en de tekst van de Governancecode Woningcorporaties.
Gevolgen Woningwet en Governancecode voor visitatie
De Woningwet is vernieuwd en is per 1 juli 2015 ingegaan. Vanaf deze datum gelden eveneens het Besluit Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting 2015 (Btiv) en de bijbehorende ministeriële regeling (Regeling Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting 2015 - Rtiv) als uitwerkingen van deze wet. Deze Rtiv is overigens per december 2015 en januari 2016 gewijzigd en aangevuld. Met een ‘Veegwet’ voor Woningwet en Btiv worden daarnaast nog onvolkomenheden aangepast.
Ook de Governancecode Woningcorporaties is medio 2015 vernieuwd en deze wordt vanaf 1 januari 2016 ook daadwerkelijk gehandhaafd door Aedes en de VTW (zie verder de Naleving Governancecode).
Met de nieuwe regelgeving rondom de Woningwet 2015 worden belangrijke hervormingen in het stelsel aangebracht die erop gericht zijn dat woningcorporaties hun belangrijke rol kunnen voortzetten maar zich primair richten op hun kerntaak: het huisvesten van de doelgroep, huishoudens die niet zelf in hun huisvesting kunnen voorzien vanwege hun inkomen of andere redenen.
Door de nieuwe regelgeving ontstaat o.a. een sterkere formele legitimatie en lokale verankering, met een sterkere positie van huurders en gemeenten, en een aanscherping van het interne en externe toezicht.
Voor sommige vernieuwingen geldt een overgangsregeling. Deze bepalingen gaan later dan 1 juli 2015 in. Bij visitaties wordt teruggekeken naar de afgelopen vier jaar. Dit betekent dat in een groot deel van de komende visitaties corporaties dus nog worden gevisiteerd op grond van de oude regelgeving.de volledige cyclus van de prestatieafspraken.
Belangrijke regels die per 1 januari 2016 zijn in gegaan:
- de volledige cyclus van de prestatieafspraken
- passend toewijzen (95% norm)
- waardering op marktwaarde in de jaarrekening over 2016
- nieuwe voorschriften aan de jaarrekening en inrichting van de dVi (zie Rtiv)
- formats voor de door de accountant op te stellen stukken (zie Rtiv)
- voorschriften omtrent scheiding en splitsing (zie Rtiv)
Regels die later ingaan:
- voorschriften voor de bepaling van de investeringscapaciteit (zie Rtiv)
- voorstellen voor woningmarktregio’s kunnen tussen 1 januari en 1 juli 2016 worden ingediend
- voor 1 januari 2017 moeten corporaties die niet onder het verlichte regime vallen een scheidings- of splitsingsvoorstel (DAEB/Niet-DAEB) ingediend hebben
- voor 1 januari 2017 moeten corporaties hun statuten, hun treasurystatuut en hun reglement financieel beheer aangepast of opgesteld hebben
In de Woningwet en in de vernieuwde Governancecode Woningcorporaties worden diverse onderwerpen nader geregeld die raakvlakken hebben met de Methodiek maatschappelijke visitatie woningcorporaties 5.0.
De consequenties van de nieuwe wet- en regelgeving zijn bij elkaar gebracht in de Handreiking Woningwet bij visitaties.
Legitimiteit woningcorporaties
De legitimiteit van woningcorporaties is in de voorbij jaren sterk onder druk en in de belangstelling komen te staan. Dat vormt een belangrijk argument voor woningcorporaties om zich te laten visiteren. Het is een reden voor Aedes om een programma op dit thema te organiseren. En het was aanleiding voor de VTW om een speciale handreiking voor toezichthouders ‘Toezien in legitimiteit’ op te stellen.