Visitatie

Visitatie­methodiek

Visitaties vinden plaats op een gestructureerde manier aan de hand van de Methodiek Maatschappelijke Visitatie Woningcorporaties, zoals is vastgesteld door SVWN en gepubliceerd is op haar website. In de handleiding bij de methodiek staan criteria, normen en handvatten voor een zo eenduidig mogelijke beoordeling in cijfers.

De methodiek is in de loop van ruim vijftien jaar ontwikkeld en van tijd tot tijd aangepast. De ontwikkeling van de methodiek is de verantwoordelijkheid van het bestuur van SVWN, met een College van Deskundigen dat hierover adviseert. SVWN toetst concept-visitatierapporten steekproefsgewijs op de correcte toepassing van de methodiek, waarmee eenduidigheid en vergelijkbaarheid van visitatieresultaten worden vergroot.

Karakteristiek van de methodiek

De methodiek van maatschappelijke visitatie heeft op hoofdlijnen de volgende kenmerken:

  • Maakt een gestructureerde, transparante en geobjectiveerde beoordeling mogelijk van het maatschappelijk presteren van corporaties door de samenleving, dat wil zeggen door betrokken belanghebbenden als huurders en gemeenten én door een onafhankelijke en deskundige visitatiecommissie (professional judgement).
  • Betreft beoordeling van de maatschappelijke prestaties over de afgelopen vier jaren vanuit verschillende perspectieven, inclusief een beoordeling van de governance. Dit maakt een integrale beoordeling van de maatschappelijke/volkshuisvestelijke prestaties in combinatie met de financiële mogelijkheden en governance van de corporatie mogelijk.
  • Combineert tellen én vertellen: naast rapportcijfers op onderdelen en de integrale beoordelingstabel met cijfers zorgen toelichtingen bij de cijfers en de recensie voor het ‘vertellen’ in de vorm van toelichting, duiding, reflectie en ontwikkelperspectief.
  • Kent een zekere mate van uniformiteit en standaardisatie met het oog op de vergelijkbaarheid van beoordelingen. Deze standaardisering richt zich in de eerste plaats op de definitie, ordening en duiding van feiten, data en cijfers en op de beoordelingsmethodiek. Waarborgen voor een voldoende mate van uniformiteit en vergelijkbaarheid in beoordeling door visitatiecommissies ontstaan in de accreditatie en door training van visitatoren. Ook worden steekproefsgewijs visitatierapporten getoetst.
  • De visitatie is eerst en vooral een maatschappelijke visitatie. Dit komt tot uiting in de centrale positie van maatschappelijke prestaties in de methodiek, én in de rol van belanghouders.
  • Is een instrument dat is bedoeld om te verantwoorden én te leren. De beoordeling biedt de basis voor (vooral) lokale maatschappelijke verantwoording (ter legitimering) én voor leren door corporaties (voor betere prestaties). De methodiek vormt tevens een hulpmiddel bij het evalueren van prestatieafspraken en biedt een prima gelegenheid voor het voeren van een lerende en verantwoordende maatschappelijke dialoog.
  • Kent een lichtere variant voor kleinere woningcorporaties met minder dan 1000 verhuureenheden en een voor nog kleinere woningcorporaties met minder dan 500 verhuureenheden. Meer informatie vindt u in hoofdstuk 9 van de handleiding Methodiek Maatschappelijke Visitatie Woningcorporaties 5.0.
  • Vertoont duidelijke paralellen met visitatie in andere sectoren, maar heeft een aantal kenmerken die het visitatiestelsel van woningcorporaties uniek maakt.

Visitatieperspectieven

De Methodiek Maatschappelijke Visitatie Woningcorporaties richt zich primair op de maatschappelijke prestaties van corporaties op vijf prestatievelden:2

  • het huisvesten van de primaire doelgroep
  • het huisvesten van bijzondere doelgroepen
  • de kwaliteit van woningen en woningbeheer
  • het (des-)investeren in vastgoed
  • de kwaliteit van wijken en buurten

Deze maatschappelijke prestaties worden elk beoordeeld vanuit vier perspectieven, waardoor een evenwichtige beoordeling mogelijk wordt:

  • Presteren naar Opgaven en Ambitie: Hoe verhouden de in de afgelopen vier jaar geleverde prestaties zich tot de opgaven in het werkgebied? Deze prestaties worden beoordeeld in het licht van de externe opgaven van de corporatie, zoals vastgelegd in prestatieafspraken met of in beleidsdocumenten van de (lokale) overheid, huurdersorganisaties en diverse maatschappelijke organisaties en verbanden. Daarnaast beoordeelt de visitatiecommissie de ambities in het licht van de opgaven en de aard van de corporatie.
  • Presteren volgens Belanghebbenden: Hoe beoordelen de belanghebbenden (huurders, gemeente, zorginstellingen, etc.) de prestaties, hun relatie en communicatie met de corporatie en hun invloed op het beleid? Daarbij kunnen belanghebbenden aangeven wat de corporatie nog kan of moet verbeteren.
  • Presteren naar vermogen: Hoe verhouden de prestaties zich tot de financiële mogelijkheden van de corporatie en geschiedt de financiële inzet op basis van een onderbouwde visie, zonder haar voortbestaan op het spel te zetten? Hiertoe wordt, mede op basis van beoordelingen van sectorinstituten en accountant, een oordeel gevormd over de financiële continuïteit, doelmatigheid en de vermogensinzet.
  • Governance: Is er sprake van adequate besturing, toezicht en externe verankering? 

Deze beoordeling wordt gebundeld in een rapportage; het visitatierapport

Figuur: visitatieperspectieven

De beoordeling van de governance is van bijzondere belang voor commissarissen. Daarom wordt dit perspectief hieronder nader toegelicht.

Governance

Bij het visitatieperspectief Governance vormt de visitatiecommissie zich een oordeel over:

  • De besturing: beoordeeld wordt de wijze van strategievorming en prestatiesturing. Daarbij wordt beoordeeld of de corporatie:
    • een goed in organisatie en omgeving verankerd professioneel planningsproces kent;
    • checkt dat zij doet wat zij zich voorneemt;
    • actief bijstuurt indien afwijkingen ten opzichte van het plan worden geconstateerd.
  • Het interne toezicht: de kwaliteit van het intern toezicht wordt beoordeeld aan de hand van:
    • de VTW-criteria voor het functioneren van de Raad van Commissarissen;
    • de wijze waarop de corporatie het toetsingskader hanteert;
    • de wijze waarop de Governancecode wordt nageleefd. 

Hierbij is vooral de actieve én zorgvuldige wijze waarop de RvC het toezicht invult bepalend voor de beoordeling. Aan de orde komen de mate en wijze van zelfreflectie van de RvC, de vervulling van de verschillende rollen en de samenstelling van de RvC.

  • De externe legitimatie en externe verantwoording: beoordeeld wordt de wijze waarop de corporatie haar belanghebbendenmanagement inricht en uitvoert, zoals het betrekken van belanghebbenden bij de vorming en uitvoering van beleid en de communicatie hierover.

Bij de beoordeling van de governance van de corporatie vormt de Governancecode Woningcorporaties een belangrijk richtsnoer. Daarin staan de basisregels voor goed bestuur en goed toezicht beschreven. De code geeft richting aan de wijze waarop bestuur en RvC functioneren en de wijze waarop zij verantwoording afleggen over hun resultaten. Daarbij gaat het vooral om de essentie van de principes en bepalingen uit de code, om good governance. Een belangrijke notie daarvan is dat het vooral gaat om de verantwoordelijkheid van bestuur en commissarissen voor hun eigen houding en gedrag, als individu en als collectief. Good governance zit ‘tussen de oren’, zo laat de praktijk ook zien.

Meer informatie:

Hulpinstrument Governancecode

Naleving Governancecode

Governancescores in visitaties

2 Deze prestatievelden zijn overgenomen in de corporatiebenchmark (CBC). Daarmee is een nuttige aansluiting gerealiseerd, waarbij beide instrumenten elk hun eigen karakter en toegevoegde waarde hebben. De benchmark maakt (vooral kwantiatief) onderlinge vergelijking van corporaties mogelijk, visitatie (vooral kwalitatief) inzicht in lokale prestaties en afwegingen en de maatschappelijke waardering daarvan.

De Delthe: visitatie legt de vinger op verbeterpunten in onze governance

Lees hoe de recente visitatie van Woningstichting De Delthe voor de RvT van belang is geweest ›