Visitatie

Visitatie­methodiek

Visitaties vinden plaats op een gestructureerde manier aan de hand van de Methodiek Maatschappelijke Visitatie Woningcorporaties, zoals is vastgesteld door SVWN en gepubliceerd is op haar website. In de handleiding bij de methodiek staan criteria, normen en handvatten voor een zo eenduidig mogelijke beoordeling in cijfers.

De methodiek is in de loop van ruim vijftien jaar ontwikkeld en meegegroeid met de ontwikkelingen in de samenleving. De ontwikkeling van de methodiek is de verantwoordelijkheid van het bestuur van SVWN, met een College van Deskundigen dat hierover adviseert en een Raad van Toezicht die de methodiek goedkeurt. SVWN toetst concept-visitatierapporten steekproefsgewijs op de correcte toepassing van de methodiek, waarmee eenduidigheid en vergelijkbaarheid van visitatieresultaten worden vergroot.

De huidige methodiek 6.0, die geldt sinds 1 januari 2019, past in een koers waarin visitatie zich primair richt op maatschappelijke waarde en doet een sterker beroep op het professionele oordeelsvermogen van de visitatiecommissie om lokale situaties en prestaties op waarde te schatten.

Meer informatie: methodiek 6.0 t.o.v. 5.0

Karakteristiek van de methodiek

De methodiek van maatschappelijke visitatie heeft op hoofdlijnen de volgende kenmerken:

  1. maakt een gestructureerde, transparante en geobjectiveerde beoordeling mogelijk van het maatschappelijk presteren van corporaties door de samenleving, dat wil zeggen door betrokken belanghebbenden als huurders en gemeenten én door een onafhankelijke en deskundige visitatiecommissie (professional judgement);
  2. betreft (integrale) beoordeling van de maatschappelijke prestaties over de afgelopen vier jaren door deze vanuit verschillende perspectieven, afzonderlijk en in onderlinge samenhang, te beschouwen. Hierbij gaat het om de vraag of de corporatie de goede dingen doet gezien de lokale volkshuisvestelijke/ maatschappelijke situatie. Er wordt qua onderwerpen en taal zoveel mogelijk aangesloten bij wat lokaal leeft en wordt gebruikt;
  3. combineert tellen én vertellen: naast rapportcijfers op onderdelen en de integrale scorekaart met eindcijfers zorgen toelichtingen bij de cijfers en de recensie voor het ‘vertellen’ in de vorm van uitleg, duiding, reflectie en ontwikkelperspectief;
  4. kent een zekere mate van uniformiteit en standaardisatie met het oog op de vergelijkbaarheid van beoordelingen. Deze standaardisering richt zich in de eerste plaats op de beoordelingsmethodiek. Waarborgen voor een voldoende mate van uniformiteit en vergelijkbaarheid in beoordeling door visitatiecommissies ontstaan in de accreditatie en door training van visitatoren. Ook worden steekproefsgewijs visitatierapporten getoetst;
  5. de visitatie is een maatschappelijke visitatie. Dit komt tot uiting in de centrale positie van maatschappelijke prestaties in de methodiek, én in de rol van belanghouders;
  6. is een instrument dat is bedoeld om te verantwoorden én te leren. De beoordeling biedt de basis voor (vooral) lokale maatschappelijke verantwoording (ter legitimering) én voor leren door corporaties (voor betere prestaties). De methodiek vormt tevens een hulpmiddel bij het evalueren van prestatieafspraken en biedt een prima gelegenheid voor het voeren van een lerende en verantwoordende maatschappelijke dialoog;
  7. kent een lichtere variant voor kleinere woningcorporaties met minder dan 1000 verhuureenheden en een voor nog kleinere woningcorporaties met minder dan 500 verhuureenheden;
  8. vertoont duidelijke paralellen met visitatie in andere sectoren, maar heeft een aantal kenmerken die het visitatiestelsel van woningcorporaties uniek maakt.

Visitatie vanuit vier perspectieven 

De Methodiek Maatschappelijke Visitatie Woningcorporaties richt zich primair op de maatschappelijke prestaties van corporaties. De onderwerpen van de prestatieafspraken en de lokale terminologie zijn hierbij leidend.

Deze maatschappelijke prestaties worden elk beoordeeld vanuit vier perspectieven, waardoor een evenwichtige beoordeling mogelijk wordt:

  1. Presteren naar Opgaven en Ambities: hoe verhouden de in de afgelopen vier jaar geleverde feitelijke prestaties zich tot de opgaven in het werkgebied? Deze prestaties worden primair beoordeeld in het licht van de prestatieafspraken zoals vastgesteld in het lokale (tripartite) overleg met de lokale overheid en huurdersorganisatie en aangevuld, indien relevant, met die van de regionale en/of nationale overheid, convenanten met zorg- en welzijnsinstellingen, brancheorganisaties, politie en andere samenwerkingsverbanden waar de corporatie in participeert? Daarnaast beoordeelt de visitatiecommissie de ambities die de corporatie in de visitatieperiode heeft geformuleerd voor haar maatschappelijke prestaties in het licht van de externe opgaven.
  2. Presteren volgens Belanghebbenden: hoe beoordelen de huurdersorganisatie(s), gemeenten) en overige belanghebbenden (o.a. zorgorganisaties) de prestaties van de corporatie, hun relatie en communicatie met de corporatie en hun invloed op het beleid? Zij geven hiervoor een rapportcijfer met een toelichting en verbeterpunten. Daarnaast geven huurdersorganisatie(s) en gemeente(n) aan wat zij vinden van de kwaliteit en het proces van de prestatieafspraken (in woorden, niet in cijfers).
  3. Presteren naar Vermogen: hoe zet de corporatie haar vermogen in om de gewenste en/of noodzakelijke maatschappelijke prestaties te realiseren? De visitatiecommissie beoordeelt hoe goed en gemotiveerd de corporatie haar vermogen maatschappelijk benut, mede in relatie tot de externe opgaven en lokale context. Hiertoe kijkt zij naar de visie van de corporatie, de onderbouwing ervan en de actieve wijze van handelen. De visitatiecommissie beoordeelt niet de financiële continuïteit of doelmatigheid.
  4. Governance van maatschappelijk presteren: hierbij vormt de visitatiecommissie zich een oordeel over de strategievorming en prestatiesturing van de maatschappelijke prestaties, de maatschappelijke oriëntatie van de RvC en de externe legitimatie en verantwoording.

Deze beoordeling wordt gebundeld in een rapportage; het visitatierapport

Figuur: visitatieperspectieven

De beoordeling van de governance is van bijzondere belang voor commissarissen. Daarom wordt dit perspectief hieronder nader toegelicht.

Governance van maatschappelijk presteren

Het visitatieperspectief Governance van maatschappelijk presteren is van bijzonder belang voor commissarissen. Visitatie bekijkt de governance vanuit de vraag: hoe stuurt de corporatie op optimale maatschappelijke waarde? De RvC speelt hierbij een belangrijke rol (zie ook de beweging Toezicht met passie van de VTW). Daarom wordt dit hieronder nader toegelicht.

De visitatiecommissie vormt zich een oordeel over:

  1. De wijze van strategievorming (Plan) en prestatiesturing (Check en Act). De ‘Do’ wordt reeds beoordeeld bij Presteren naar Opgaven.
    Heeft de corporatie een goed in de lokale omgeving en organisatie verankerd professioneel planningsproces voor het realiseren van maatschappelijke prestaties? Stuurt de corporatie actief op de realisatie van wat zij zich voorneemt aan de hand van een systeem van monitoring en stuurt zij daadwerkelijk bij in geval van afwijkingen?
  2. De maatschappelijke oriëntatie van de RvC.
    Hoe actief, zorgvuldig en transparant geeft de Raad van Commissarissen vorm aan zijn functie als toezichthouder van een maatschappelijke organisatie in het lokale netwerk? Heeft de RvC een visie op zijn maatschappelijke oriëntatie en hoe betrekt de RvC het maatschappelijk perspectief bij zijn toezicht op de strategievorming, positionering, besluitvorming, monitoring en verantwoording van de maatschappelijke prestaties door de corporatie in het lokale netwerk? Het gaat hier uitdrukkelijk niet om een beoordeling van reeds door de Autoriteit woningcorporaties (Aw) getoetste governance-aspecten.
  3. De externe legitimatie en openbare verantwoording.
    Hoe zet de woningcorporatie haar netwerken in om haar doelen te bereiken? Op welke wijze heeft de corporatie haar belanghebbendenmanagement ingericht en uitgevoerd, zoals het betrekken van belanghebbenden bij de vorming en uitvoering van beleid en de communicatie hierover?

Meer informatie over de Governancecode Woningcorporaties en Commissie Governancecode Woningcorporaties.

De Governancecode Woningcorporaties en het visitatiestelsel vullen elkaar aan: de code stelt normen voor goed bestuur en goed toezicht van de corporatie (o.a. over verantwoording, aanspreekbaarheid en dialoog met belanghebbende partijen) terwijl een visitatie beoordeelt of de corporatie de goede dingen doet.

Governancecode Woningcorporaties en Commissie Governancecode Woningcorporaties

Rentree: werken aan wonen doe je samen

Lees hoe de recente visitatie van Rentree voor de RvT van belang is geweest ›