Managementsamenvatting

Presteren naar vermogen

Vermogensinzet goed beoordeeld

Het derde perspectief in de visitatiemethodiek heeft betrekking op het Presteren naar Vermogen. De visitatiecommissie beoordeelt in hoeverre de corporatie voor het realiseren van haar maatschappelijke doelstellingen optimaal gebruik maakt van de financiële mogelijkheden en zich baseert op een onderbouwde visie. Onder methodiek 4.0 en 5.0 gaf de commissie een oordeel op de onderdelen financiële continuïteit, de doelmatigheid en de vermogensinzet. Het gemiddelde eindcijfer op dit perspectief is een 6,9.

Met de invoering van methodiek 6.0 worden de corporaties alleen nog beoordeeld op de vermogensinzet. Als we inzoomen op dit onderdeel dan is er een stijgende lijn zichtbaar. Waar de corporaties die zijn gevisiteerd met methodiek 4.0 nog met een 6,6 werden beoordeeld is dat onder methodiek 5.0 gestegen naar een 7,0. De corporaties die gevisiteerd zijn met methodiek 6.0 worden zelfs beoordeeld met een 7,3.

Dat is een grotere verbetering dan uit de cijfers kan worden afgeleid omdat de norm op dit onderdeel verzwaard is. Uit de update-analyse blijkt dat grotere corporaties over het algemeen beter worden beoordeeld op het perspectief Presteren naar Vermogen en in het bijzonder op de verantwoording van de vermogensinzet in relatie tot het portefeuillebeleid.

Verbeterpunten Presteren naar Vermogen

De analyse van de verbeterpunten laat zien dat de bedrijfslasten met name bij de kleinere corporaties aandacht behoeven, omdat ze relatief vaak als te hoog worden beschouwd. Corporaties zijn op zoek naar structurele bezuinigingsmogelijkheden en beheersing van de bedrijfslasten om deze in overeenstemming te kunnen brengen met referentiecorporaties in de sector. Over het geheel genomen is er wel een verbetering zichtbaar. Corporaties zijn de afgelopen jaren doelmatiger geworden.

Het merendeel van de corporaties met een verbeterpunt op Vermogensinzet heeft geen expliciete visie vastgelegd op de inzet van het vermogen. Het is dan onduidelijk hoe het maatschappelijk vermogen ingezet zal worden in de toekomst en hoe dit gekoppeld is aan de beoogde maatschappelijke doelstellingen. Het gaat daarbij met name om het explicieter maken van de verbinding tussen financiële middelen, doelstellingen (zoals o.a. de speerpunten voor duurzaamheid, energie labels en duurzaam verdienmodel), de maatschappelijke effecten van investeringen en de inzet van middelen in de meerjarenbegroting. Wanneer dat duidelijk wordt, kunnen (op basis van een financieel afwegingskader) meer beleidsmatige keuzes worden gemaakt over de inzet van het vermogen.

Uit de recensies blijkt dat het zicht van de belanghebbenden op de inzet van vermogen versterkt kan worden, door de maatschappelijke doelstelling van de vermogensinzet en een grafisch meerjarenperspectief voor financiële kengetallen op te nemen in het jaarverslag met een expliciete toelichting daaraan toegevoegd. Goede documentatie van de maatschappelijke effecten van investeringen kan daarbij ook als leer- en verbeterinstrument gebruikt worden.